Altijd leuk als een wijnmaker die al beroemd is in kleine kring (Parijs, Japan) jou uitkiest om zijn wijnen te vertegenwoordigen in Nederland. En waarom? Als eerste die oude Volvo 940 waar we met viertjes mee aankwamen de eerste keer. Dat mocht ‘ie wel, niet de typische importeursbus. En dat we alle tijd hadden. Inmiddels proberen we de bezoekjes te beperken tot een per dag. Want als het zo uitkomt dan wil je lekker blijven hangen, zoals bij Gérard. Hangen tegen de bestofte vaten, hangen tegen de krijtmuren, hangen op de houten stoelen aan de stokoude tafel en je laven aan briljante wijnen. Gérard is voor zichzelf begonnen een jaar of tien geleden, toen hij al ver in de vijftig was. Wijnmaken leerde hij her en der, en één ding wist hij, hij zou zich vestigen op de linkeroever van de Chinon. In de sliert krijtstenen rotspartijen zijn van oudsher miniscule cave’s uitgehakt. We tellen er vijf op een rijtje. Twee vol met vaten, een voor de cuvage, een om te proeven en een voor de hond. Meesterlijke cabernet-francs waarvan je het vermoeden hebt dat het ooit ook zo gemaakt is. Puur sap, pure kracht, intieme koppigheid, enorm ouderpotentieel. Hij maakt on the side nog een Grolleau, some een onnavolgbare rosé van deze druif (misschien wel de leukste rosé ooit!) en dan een Chenin waar de steolriemen bij vastkunnen. Wat een diepgang en wat is dit toch een druif. Dus, trots dat Gérard bij ons wilde, tip van Ilja, dank voor het proefje en fijn dat er zoveel ervaring in ons cluppie zit, zodat je er meteen op af gaat. Zo hoort het! Klik en gaan!,
Gérard Marula, Loire, frankrijk.